Waarom outcross voor de Mastiff?
Een vraag die je jezelf al meerdere malen gesteld hebt, ruim een jaar of misschien nog wel langer voordat je een outcross hondje in huis haalt met het idee een outcross nestje te fokken.
Is de Mastiff er inderdaad slecht aan toe op het gebied van gezondheid of hebben wij gewoon ‘pech’? Kun je binnen het ras zorgen voor verbetering van de gezondheid en zorgen dat ze in potentie een langer leven hebben? Is het nodig om over te gaan tot outcross of zijn er andere manieren? Is een willekeurige kruising aangeboden op marktplaats een oplossing?
Veel vragen die in onze hoofden ronddwaalden en die niet 1,2,3 te beantwoorden zijn.
Veel taaie stof lezen (veelal in het Engels), veel praten met mensen die al lang fokken en/of genetische kennis bezitten en onderzoeksresultaten geeft veel inzicht. Daarnaast ontstaat er tijdens de zoektocht en honger naar informatie ook veel onduidelijkheid.
Is het werkelijk slecht gesteld met de Mastiff of is het alleen onze mening dat de gezondheid en de levensverwachting terugloopt? Hierover heb ik afgelopen jaar een artikel geschreven: Hoe logisch is kyNOlogisch wat door veel mensen, ook van andere rassen, goed ontvangen werd en als herkenbaar wordt beschouwd.
Wij hebben in mei 2015 besloten om zo’n ‘halve Mastiff’ op te nemen in onze roedel: Freddy, die een Mastiff moeder heeft en een racing Greyhound vader. Daarnaast hadden we het geluk om Rhapsody een 100% Mastiff met een bonte vacht (niet erkende kleur) toe te voegen aan ons gezin. Freddy en Rhapsody komen van dezelfde fokker in Australie, Gammonwood, en ze zijn op 2 dagen na even oud. De uitgelezen kans voor ons om de ontwikkeling van onze nieuwe gezinsleden nauwlettend te volgen en te vergelijken. Tot op de dag van vandaag zijn zij een heerlijke aanvulling op onze roedel, ieder op hun eigen manier!
Wat zegt de wetenschap over outcross?
De laatste jaren wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar inteelt en de gevolgen daarvan. Een aantal directe gevolgen die op termijn aan het licht komen zijn:
- Lage vitaliteit (de honden leven korter; de gemiddelde leeftijd van een Mastiff is teruggelopen naar 6-7 jaar)
- Verlaging van de vruchtbaarheid (we zien een tendens van kleinere nesten en een terugloop van geslaagde dekkingen)
- Sneller ziek worden (een slechter immuunsysteem maakt dat ze vatbaarder zijn voor ziektes en het herstellend vermogen slechter is)
- Meer genetische aandoeningen (meer erfelijke ziektes)
- Lage diversiteit (in de ideale wereld heeft een levend wezen 100% verschillende genen zodat hij optimaal bestand is tegen ziektes en een optimaal zelf-herstellend vermogen heeft.*)
Bij een lagere genetische diversiteit heeft een hond een groter aantal van dezelfde genen in zijn lijf. De helft van het genenpakket bestaat uit de genen van de vader en de helft is van de moeder. Als de ouders dezelfde voorouders hebben, hoe ver ook terug in de stamboom, betekent dit dat hun nakomelingen deels dezelfde genen meekrijgen waardoor het genenpakket niet meer 100% uniek is.
Interessante artikelen en video’s m.b.t. de gevolgen van inteelt zijn:
- Genetische diversiteit – Pieter Oliehoek (met automatische ondertiteling)
- Inteelt – KMSH (Nederlands gesproken)
- Volendamse ziekte – NPO (gevolgen van inteelt bij mensen)
Kort door de bocht, voor het geval je geen tijd hebt om de video’s te bekijken: Hoe zou je het vinden om je nieuwe vriendje of vriendinnetje op een verjaardagsfeestje voor te stellen aan 1 belangrijk persoon in je leven en die ene persoon is én je moeder én je oma? Bij honden is dit heel normaal…! Bizar.
Hoe denken de rasverenigingen en overkoepelende organen over outcross?
Steeds meer rasverenigingen, maar ook de Raad van Beheer (overkoepelend orgaan van rasverenigingen Nederland) realiseren zich dat diversiteit in de genenpool een belangrijke basis is voor de gezondheid van een hond.
Zij hebben dit o.a. verwoord in het Fairfokplan 2014. ‘Genetische diversiteit is nodig om gezonde honden te kunnen fokken en vraagt dus om een grote genenpool.’
NB: Helaas heeft de Raad van Beheer tot op de dag van vandaag nog geen actie ondernomen om de genenpool van de verschillende rassen te verbreden. Een halfbroer en halfzus mogen nog steeds pupjes krijgen samen. Hoe raar is dat?!
Wel hebben zij middels een reeks video’s de stamboomhond gepromoot, die per definitie een kleinere genenpool hebben door een gesloten stamboek. Gelukkig zijn er diverse rasverenigingen die een outcross programma ingediend hebben.
De KMSH (overkoepelend orgaan van rasverenigingen België) heeft begin 2017 een mooie serie video’s gepubliceerd waarin ze op een hele duidelijke manier uitleggen waar je op moet letten als je in potentie gezonde honden wil fokken.
Het is echt de moeite waard om de lessen van de KMSH te bekijken! (het zijn filmpjes van een paar minuutjes)
Verbreding van de genenpool binnen het ras
Aangetoond is dat een grote genenpool ofwel een hoge genetische diversiteit in een populatie cruciaal is voor het voortbestaan van een ras. Het is dus belangrijk om geen overlap in de stamboom te hebben, dus geen dubbele voorouders.
2 honden die beide een hoog inteelt percentage hebben, maar niet verwant (geen familie) zijn aan elkaar, kun je combineren en daarmee de genetische diversiteit van de pups vergroten t.o.v. de ouderhonden. De pup krijgt immers evenveel genen mee van de vader als van de moeder. Als de genen van de vader en de moeder geen overeenkomsten vertonen, krijgt de pup dus meer unieke genen mee dan de beide ouders afzonderlijk hebben. De moeilijkheid zit hem in het vinden van een Mastiff die niet verwant is aan een andere Mastiff. Vroeger was het mogelijk om buiten de landsgrenzen een niet verwante hond te vinden van je ras, maar aangezien het steeds makkelijker is geworden om grensoverschrijdend te denken en handelen is deze optie niet meer opportuun.
De COI waarde bij het ras Mastiff is 30%. Dat wil zeggen dat gemiddeld genomen, de Mastiff 30% kans heeft dat de vader en de moeder een zelfde genenpakket hebben (70% van de genen is dus nog uniek). Die dubbele genen zorgen ervoor dat bepaalde positieve kenmerken in een ras vastgelegd worden maar vergroten ook de kans op erfelijke ziektes en verlagen de levensverwachting, immuunsysteem en vruchtbaarheid.
Tot onze spijt zien we ook in het afgelopen jaar nog diverse Mastiff nestjes voorbij komen waarbij dezelfde voorouders, o.b.v. slechts 6 generaties, 2, 3, 4, en zelfs 5 keer voorkomen in een stamboom.
Een veelgehoord argument van fokkers die deze combinaties maken is dat zij de wetenschap hebben dat deze 2 individuen gezond zijn. Wat ze zich niet realiseren is dat het combineren van deze 2 ogenschijnlijk gezonde, maar verwante honden, betekent dat je de genetische diversiteit en dus het systeem dat een hond nodig heeft om gezond te zijn, afbreekt. Op deze manier wordt de genetische diversiteit van de pup dus lager dan die van de ouders en daarmee verlaag je de kans op een gezonde hond. Dus waar goed bedoeld 2 gezonde honden gecombineerd worden, worden in potentie minder gezonde pups op de wereld gezet.
Kijk voor meer informatie over fokkerij en selectie, deze video.
De gevolgen van inteelt worden in deze video erg goed en gemakkelijk uitgelegd.
Verbreding van de genenpool door outcross
Wat nou als je 2 honden van 2 verschillende rassen combineert? Enerzijds voeg je een heel nieuw pakketje genen toe aan de pup van jouw ras wat de potentiële gezondheid verbetert, anderzijds weet je niet zo goed wat je kunt verwachten op het gebied van uiterlijk en karakter.
Bij een kruising zie je eigenschappen terug van de 2 rassen en dan is het best spannend om te zien welke eigenschappen zich op welke manier gaan ontwikkelen, maar het is tevens heel boeiend en leerzaam! Je leert om te kijken naar een hond en niet naar een hond binnen een ras.
Is een doorsnee kruising dus gezonder dan een rashond?
In de basis heeft de hond een totaal pakket aan genen meegekregen met een optimale diversiteit, wat de genetische gezondheid verhoogt.
Échter als de ouders beide niet getest zijn op erfelijke afwijkingen, is er nog steeds een behoorlijke kans aanwezig op gezondheidsproblemen, hoewel de kans kleiner is dan bij een combinatie van honden uit hetzelfde ras met dezelfde erfelijke afwijkingen. Dit heeft te maken met de plaats in het lichaam waar het foute gen zich bevind. Zitten de foute genen op dezelfde plek ‘in de hond’ dan is de kans op overerving groter. Maar het is niet zo dat een uniek genenpakket werkt als een toverstokje en alle mogelijke gezondheidsproblemen weg gumt.
Ik zag laatst een bericht voorbij komen waarbij men aangaf welke eigenschappen de pup van de vader zou krijgen en welke van de moeder, en dat is natuurlijk kolder. Naarmate de hond ouder wordt ga je zien hoe hij zich ontwikkelt.
Onze ‘halve Mastiff’
20 mei 2015; de dag waarop we hoorden dat onze Rhapsody geboren werd en 2 dagen voor onze Freddy geboren werd bij Gammonwood in Australië.
We hadden ons inmiddels verdiept in de genetica en zagen de voordelen van outcross, maar toen we hoorden dat er een outcross nestje in aantocht was uit de combinatie Racing Greyhound vader en Mastiff moeder moesten we daar even onze hersens omheen krijgen. Na verdieping in de eigenschappen van de Greyhound in relatie tot de verbeterpunten voor de Mastiff, konden we snappen waarom er voor deze combinatie gekozen was. Dus wij dachten, laten we gek doen en een reutje uit dit nestje toevoegen aan onze roedel die op dat moment alleen nog maar uit dames bestaat. Onze grote lieve meneer Dirk was helaas een jaar daarvoor, voor zijn 5e verjaardag, overleden door ‘onbekende’ redenen. Zijn immuunsysteem was niet opgewassen tegen de aanvallen van bacteriën, waardoor hij uiteindelijk overleed aan een maagontsteking. Totaal onverwacht voor ons aangezien de opa van Dirk 13 was en zijn vader 11,5 jaar is geworden. We missen onze lieverd nog elke dag!
Gezondheid!
Het vroegtijdig overlijden van ons maatje Dirk, die tot zijn 4e niets mankeerde, en vele andere met hem en de onderzoeksresultaten obv genetica hebben ons er toe gezet om goed na te denken over de combinaties van honden. En inderdaad je kunt niet alles uitsluiten maar ‘fokken is gokken’ is het laatste waar wij ons aan willen confirmeren. Je kunt namelijk wel degelijk veel uitsluiten als je het maar test en weet (indien bekend) of het een dominant gen betreft of een recessief gen – een dominant gen, vererft per definitie-. En het uitsluiten van alle honden die een of andere afwijking hebben verkleind de genenpool dusdanig dat je kunt wachten op gezondheidsproblemen en het ontstaan van erfelijke afwijkingen.
Dus: We waren heel erg benieuwd naar de gezondheidsresultaten van Freddy t.o.v die van de Mastiff.
Hieronder een opsomming:
- HD – vrij
- ED – vrij
- Oogafwijkingen – vrij
- Hart – 2 wat zoveel betekent als goed ; Op de echo is een hartruisje te zien wat kenmerkend is voor o.a. een Mastiff
- DNA test – vrij van alle op dat moment bekende genetische afwijkingen
- GHI – Genetic Health Index 121 versus 100 voor een gemiddelde hond, de meeste Mastiffs scoren < 100
- GD – Genetic Diversity 44.4 versus 31.3 voor de gemiddelde Mastiff
Er zijn helaas geen testen om vast te stellen of honden aanleg voor kanker hebben. Botkanker komt bij Greyhounds voor maar er zijn ook diverse vormen van kanker waar Mastiffs vroegtijdig aan overlijden. Dus daarvoor moeten we ons gezonde verstand gebruiken. De vader van Freddy was 12 toen hij Freddy’s Mastiff moeder dekte en kerngezond. We gaan er van uit dat er dus vanuit zijn kant geen erfelijke vorm van kanker doorgegeven zal worden.
Genoeg reden om met ons ventje te gaan fokken! 🙂
Een outcross nestje – F2
In november 2017 was het zover, een nestje van Alex en Freddy. Wat zijn we blij! Voor ons is het de 12e dekking waarbij enkel de 1e en nu de 12e dekking gelukt is. We hebben het geprobeerd met KI, AI, natuurlijke dekking, verschillende Mastiff reuen van verschillende lijnen, niets lukte. En toen we dachten dat Alex wellicht niet vruchtbaar was en besloten dat alleen haar grote liefde Freddy nog een kans kon maken, kregen we het positieve nieuws van de dierenarts; Ze is drachtig!
In goed 3 uur tijd schonk onze Alex het leven aan 9 heerlijke pups. Ze hebben allemaal fantastische baasjes! Benieuwd naar de ‘pups’?
Lees hier de update als ze 18 maanden zijn. Wij zijn trots!
Stof tot nadenken
Eindelijk drachtig! In eerste instantie dachten we dat het niet drachtig worden van de meiden aan ons lag, de voeding, eventuele straling – wateraders- you name it. Inmiddels blijkt uit onderzoek, dat meer dan 50% van de dekkingen van de Mastiffs mislukt in Nederland (en dat is alleen nog maar gebaseerd op gegevens die gepubliceerd worden). We hebben altijd geweigerd progesteron of dat soort gekkigheid toe te dienen. Onze mening is dat de hondjes het zelf moeten doen. En als ze het niet zelf kunnen, dan moet je je afvragen of het de bedoeling is dat er pups geboren worden, dat zelfde geldt voor een keizersnee.
De eerste dekking van de Freddy (F1) met Alex (Mastiff) was meteen bingo! 9 prachtige pups die in no time gebaard werden. Queen is bij ons blijven wonen en inmiddels ruim 5 jaar en ze heeft nog nooit iets gemankeerd op een gebroken nagel na. We gaan ervan uit dat we nog jaren van elkaar kunnen genieten!
Welke vragen stel je de fokker van je pup:
- Wat zijn de meest voorkomende ziektes binnen het ras?
- Zijn de ouders getest op deze afwijkingen?
- Mag ik de gezondheidsresultaten van de ouders zien?
- Zijn de stambomen van de ouders bekend?
- Hoeveel overlap zit er in de stamboom van pup – COI
- Worden de pups geregistreerd, geënt of getitterd?
- Mag ik de DNA gegevens van de ouders zien?
- Krijgen de pups een DNA profiel mee zodat we weten dat dit de ouders zijn?
- Hoe groeien de pups op?
- Hoe worden de pups gesocialiseerd?
- Google naar de fokker of check Facebook
Als de antwoorden op deze vragen positief, open en eerlijk zijn, kun je met een gerust hart een pup kopen!